Wonen is een mensenrecht

Al jaren ziet mensenrechten activist Jan de Vries hoe de overheid tekortschiet als het aankomt op sociale grondrechten. Zoals het recht op wonen. Tegelijk weet hij hoe moeilijk maatschappelijke organisaties het vinden om die rechten in Den Haag te verdedigen. Dus helpt hij ze daarbij. ‘Organisaties weten wat er in de praktijk nodig is. Maar zolang zij niet van zich laten horen, blijft het dweilen met de kraan open.’

Veel mensen kennen Jan van  zijn uitgesproken berichten op X (voorheen Twitter) en LinkedIn. De jurist en mensenrechtenactivist gebruikt de sociale platforms intensief in de strijd tegen dakloosheid. Mede om politici en beleidsmakers een spiegel voor te houden. ‘Als je geen thuis hebt, kun je niet volwaardig meedoen in de samenleving. Het is nota bene een morele én juridische verplichting van de overheid om voor behoorlijke huisvesting te zorgen: het recht op wonen staat in onze grondwet. Die wordt op dit moment grof geschonden.’

Schending van de grondwet

Het recht op huisvesting staat in het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten. Dit specifieke recht wordt zelfs uitgelicht in een extra commentaar. Dat laat zien hoe belangrijk het is. Onze overheid heeft dit verdrag in 1978 geratificeerd, wat betekent dat ze zich eraan moeten houden. De rechten uit het verdrag nam de overheid over in de grondwet.

‘Veel mensen zijn zich niet bewust van dit recht. Meer kennis hierover kan hen taal en houvast geven in hun communicatie richting de overheid. Ik help ze daarbij. Een beroep doen op je recht is namelijk veel sterker dan een moreel appèl op solidariteit en medelijden.’

Wonen in een gemengde wijk

Jans eigen huis staat in de oude Utrechtse volkswijk Ondiep. Alle lagen van de bevolking wonen er bij elkaar. ‘Ik vind het ontzettend fijn om in zo’n gemengde wijk te wonen. Als je moeite doet, kom je hier met veel meer verschillende mensen in contact dan in de rijkere wijken van de stad. Ook voor m’n kinderen is dat goed, vind ik. Het zorgt voor meer begrip voor elkaars achtergrond, en voor kennis over de maatschappij.

Ook in zijn werk zoekt Jan die verbinding, alleen dan tussen twee andere spelers: de overheid en maatschappelijke organisaties (onderling). Jan adviseert organisaties hoe ze de belangen van mensen in kwetsbare situaties beter kunnen behartigen richting Den Haag. De laatste jaren helpt hij vooral partijen die opkomen voor dak- en thuisloze mensen.

‘Vaak hebben zij een grote groep hulpverleners in dienst, met veel kennis over de doelgroep. Zij zien dagelijks waar het fout gaat in de praktijk, en hoe en waarom mensen hun huizen verliezen. Die kennis is heel waardevol om te delen met politici en beleidsmakers.’

Een beroep doen op je recht is veel sterker dan een moreel appèl op solidariteit en medelijden.

Jan de Vries

Meer politieke actie!

Kennisdeling gebeurt alleen veel te weinig, stelt Jan. ‘Het probleem is dat onze hulpverleners niet per se geboren lobbyisten zijn. Laat staan dat ze er tijd voor hebben. Maar zolang hun kennis Den Haag niét bereikt, zorgen beleidsmakers niet voor veranderingen. En blijft het in de praktijk dweilen met de kraan open. Organisaties moeten hun kennis leren omzetten in politieke actie. Als we verandering willen, moet dat vanuit ons maatschappelijk middenveld komen.’

Het woordje ‘wooncrisis’ in de media

Waarom was wonen zo lang het ondergeschoven kindje in Den Haag? ‘Mede omdat de beslissers over wonen heel lang niet zelf de impact van slecht wonen hebben gevoeld. De afgelopen decennia is onze brede volkshuisvesting steeds verder afgebrokkeld. De  marktwerking op de woningmarkt duurde daarna veel te lang. Het woordje “wooncrisis” werd pas in de media gelanceerd op het moment dat de middenklasse er last van kreeg. Terwijl een groot deel van de bevolking in een permanente wooncrisis zit. Ze wonen in huizen die te duur zijn, die slecht onderhouden worden door woningcorporaties, die niet passen bij de omvang van hun gezin. Of nog erger: ze zijn dakloos.’

‘Het lastige is dat het recht op huisvesting niet afdwingbaar is bij de rechter’, gaat Jan verder. ‘Daardoor worden sociale rechten een politiek spel. Ik hoor politici vaak zeggen dat de rechten “onduidelijk” zijn, en dat het om “streefdoelen” gaat. Wat mij betreft is dat totale onzin, grondrechten zijn geen streefdoelen en het verdrag is glashelder geschreven.’

Organisaties moeten hun kennis leren omzetten in politieke acties.

Jan de Vries

Mensen bewust maken van hun recht

Jan helpt organisaties om een stevige belangenbehartiging op te zetten. Want daar komt veel bij kijken. ‘Informatie ophalen uit de organisatie, argumenten stevig onderbouwen, voldoende medewerkers betrekken en een achterban organiseren van (voormalig) dakloze mensen. Een achterban is noodzakelijk, want die verleent legitimiteit aan je claims en standpunten. Daarnaast is het belangrijk dat dak- en thuisloze mensen ook zelf opkomen voor hun rechten. Het gaat tenslotte om hen.’

Vaak zijn deze mensen het vertrouwen in de overheid al lang verloren, ziet Jan. ‘Mensen in een permanente wooncrisis werden nooit gezien of gehoord. Het is dus zaak om ze weer aan te haken. Hoe? Kennis over mensenrechten kan daarin een grote rol spelen. Beseffen dat je rechten hébt is een belangrijke eerste stap. Dat je situatie niet jouw eigen schuld is, maar dat de overheid verplicht is om sociale grondrechten na te komen. Dat besef kan zo sterk zijn, dat het je innerlijke kracht geeft om je te laten horen.’

 

Belangenbehartigers

Een mooi voorbeeld van samenwerking tussen onafhankelijke belangenbehartigers is SamenThuis2030, gesteund door Kansfonds. Jan is als adviseur nauw betrokken bij de samenwerking. In deze coalitie zitten ook jongeren met ervaringskennis van dakloosheid. Samen zorgden ze ervoor dat ze nu het recht hebben om mee te praten over dakloosheidsbeleid. Dat meepraten gebeurde al bij het Nationaal Actieplan Dakloosheid van de regering, en moet nu in principe in elke gemeente worden toegepast. Jan: ‘In de gemeente Den Haag zijn ze goed op weg. Andere gemeenten gaan we nog overtuigen.’

Kinderwijsheid

Jans kinderen hebben inmiddels goed in de smiezen wat hun vader doet. ‘Op straat hebben ze vaak oog voor dakloze mensen. De jongste vroeg rond Sinterklaastijd: “Wat willen dakloze mensen eigenlijk in hun schoen?” Dat vond ik een heel goede vraag. Daarop hebben we met het Straatconsulaat een schoenzetactie georganiseerd voor dakloze mensen. Uiteindelijk gaat het erom dat verschillende werelden elkaar ontmoeten. En van elkaar leren. Ik hoop dat ik daar elke dag een steentje aan bijdraag.’

Jan in het kort:

  • 1977 Geboren in Drachten.
  • 1997-2003 Studeerde Nederlands Recht aan de universiteit Maastricht. Is medeoprichter van de Amnesty International Groep in Maastricht.
  • 2016-2019 Beleidsadviseur en programmamanager bij het College voor de Rechten van de Mens. Kreeg het recht op huisvesting onder zich, waarmee zijn werk op het gebied van dakloosheid begon.
  • 2019-nu Bestuurslid bij Bureau Straatjurist. Het bureau is nu onderdeel van de Straatalliantie waar Jan inmiddels bestuurslid is. Heeft daarnaast zijn eigen bedrijf JdV in consultancy en training , waarmee hij maatschappelijke organisaties helpt bij het opzetten van belangenbehartiging.
  • 2021 Publiceert onderzoek naar collectieve belangenbehartiging op dakloosheid in Nederland.
  • 2023 Samen met Kansfonds en Hogeschool Utrecht initiator van de ETHOS-telling, een nieuwe telmethode om het aantal dak- en thuisloze mensen in kaart te brengen. in 2023 vond de eerste ETHOS-telling plaats in Noordoost-Brabant.