‘Het heeft niks te maken met arm of rijk zijn, het kan iedereen gebeuren’

Na haar scheiding stond Eti van de ene op de andere dag op straat. De opvang zat vol, dus sliep ze bij vrienden en in een tent. Nu woont ze al bijna vier jaar noodgedwongen met haar twee zoontjes en kat Charlie in een stacaravan. Makkelijk is het niet, maar ze blijft positief en strijdbaar.

‘Ik heb een half jaar van vrienden naar vrienden gehopt, en in een driepersoonstent gezeten met mijn kinderen. Die waren toen bijna acht en vijf. Dat was wel het dieptepunt in mijn leven. Ik realiseerde me toen dat dakloosheid iedereen kan overkomen, ook mij. Zeker toen het winter werd en een tent gewoon veel te koud was voor de kinderen. Ik ben de vrienden bij wie we toen terechtkonden nog steeds heel erg dankbaar. Dat vergeet je nooit meer.’

Eti klopte aan bij verschillende instanties, maar kreeg niet de hulp die ze nodig had. ‘Niemand kon helpen, terwijl ik als moeder alles wilde doen in het belang van mijn kinderen. Op een gegeven moment ben ik zelfs met mijn zoontjes naar het politiebureau gegaan om te zeggen: Help! We staan op straat en ik weet niet wat ik moet doen. We kregen een glaasje water, maar verder konden ze niks doen ‘want we zijn geen bemiddelingsbureau’. Terwijl ik een bepaalde veiligheid en steun had verwacht.’

Overlevingsstand

‘Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik niet boos ben geweest. Ik was razend, op alles en iedereen. Ook had ik het gevoel dat ik de enige was. Ik schaamde me omdat ik dakloos was en niks meer had. Maar op een gegeven moment kom je in de overlevingsstand. Zo van: hoe ga ik dit voor elkaar krijgen, vooral met het oog op mijn kinderen? Hun belang staat voorop. Kinderen moet je een veilige haven bieden.’

Uiteindelijk vond ze al googelend een camping waar ze met haar zoons terechtkon. Hun stacaravan is niet groot, maar ze hebben een dak boven hun hoofd. ‘Ik ben deze en andere campings heel erg dankbaar dat ze onderdak bieden aan ouders met kinderen. Het is een fijne plek, omdat je aanspraak hebt en het veilig is voor de kinderen. Men let wat meer op elkaar op een camping, op een positieve manier.’

Andere mindset

Haar zoons zijn nu bijna twaalf en negen. Ze zijn blij dat mama een eigen plek heeft, maar nog liever zouden ze willen dat ze een eigen huis had. ‘Ze willen later rijk worden en dan een huis voor me aanschaffen. Een met veel verdiepingen. Mijn jongste heeft zijn droomhuis getekend en die tekening hangt nu al een tijdje op onze koelkast. Ik vind het erg dat ze zich zo jong al bewust zijn van mijn situatie. Aan de andere kant heeft het hen ook wel op een bepaalde manier gevormd. Want dit hoort wel bij het leven. Zelfs in een welvarend land als Nederland kan het iedereen gebeuren. Het heeft niks te maken met arm of rijk zijn.’ Ook zelf is ze anders tegen dingen gaan aankijken. ‘Ik heb hier veel van geleerd en daardoor een andere mindset gekregen.’ 

Lotgenotencontact

Eti is strijdbaar. Ze wil ouders die hetzelfde hebben meegemaakt als zij, of er nog middenin zitten, bij elkaar brengen. ‘Ik wil ze een luisterend oor bieden. Of begeleiden. Het vangnet zijn. Want je leven staat totaal op z’n kop. Je weet niet waar je moet beginnen. Ik had het fijn gevonden als iemand gewoon naast me was komen zitten en had gezegd: ik help je. We gaan samen zoeken naar een woning.’

Bij haar gebeurde het tegenovergestelde. Ze is teleurgesteld dat instanties niet vroegen wat ze nodig had, maar voor haar gingen denken. ‘Er werd te makkelijk gezegd: Kun je niet bij vrienden of familie terecht? Maar logeren is een tijdelijke oplossing, daar los je het probleem niet mee op. Bovendien hebben die vrienden toch ook recht op hun privacy?’ Ook vonden instanties dat de kinderen wel bij hun vader konden wonen. ‘Maar de moeder heeft evenveel recht op de kinderen als de vader. Nederland heeft dan wel het VN Kinderrechtenverdrag ondertekend, maar leeft het niet na. Een kind kan je niet op straat zetten. En kinderen zijn de toekomst van Nederland. Die moet je niet de rug toe keren, maar dat gebeurt nu wel.’

Oplossingen

Daarom bepleit ze dat er naar oplossingen wordt gezocht. ‘Ik hoor steeds: nee, dat kan niet. Daar ben ik klaar mee. Zet containerwoningen neer. Doe iets met leegstaande gebouwen. Geef ouders met kinderen voorrang, want kinderen moet je gewoon helpen. En zorg dat het aanvragen van een urgentie overal hetzelfde is. Nu moet ik er bijvoorbeeld 200 euro voor betalen, terwijl het in Utrecht en Amsterdam gratis is. En als ik niet urgent genoeg ben, ben ik mijn geld kwijt dus die 200 euro geef ik liever uit aan de huur van mijn stacaravan of aan mijn kinderen.’

Door de krachten te bundelen met andere ervaringsdeskundigen hoopt Eti veranderingen in gang te kunnen zetten. ‘Ik wil daden in plaats van woorden. Ik weet wat ik doe omdat ik weet waar ik het over heb en dat is het grote verschil met mensen die geen ervaring hebben met dak- en thuisloosheid. Ik heb gezien dat je het van de overheid niet moet hebben. We moeten elkaar daarom maar helpen, want samen sta je sterk.’